Nou, nou. Dat was me een drinkgelag, wanneer was dat? Oh ja, dat was eergisteren nog maar en gisteren werd ik wakker in die klimop.
Eerst dacht ik dat ik geluk had gehad dat de klimop me hield en ik er niet uitgevallen was, maar toen ik wat beter keek, zag ik dat ik, ondanks mijn beschonken toestand, de klimop op magysche wijze ietwat verstevigd had en tevens had ik een mandje van geweven vleugen magy gemaakt, die mij hoog boven de grond vastgehouden hadden, niet heel anders dan wat de arme Berick ooit had gepoogd te bereiken, maar gelukkig wat kundiger uitgevoerd. Wat ik echter niet begreep, tot ik weer beneden stond, is waarom ik mijzelf in beschonken toestand naar deze klimop getransporteerd had. Wat was er bijzonder aan dit paleis? Wat was de reden? Of was het puur toeval en was ik in het wilde weg verplaatst? Betekende dat niet dat ik evengoed of met meer kans zelfs in het massief gesteente had kunnen belanden dat onze tunnels omringd, zou je zelfs kunnen denken.
Welnu, ik weet dat dit niet het geval is. Niet omdat het onmogelijk is, je kunt jezelf prima per ongeluk in massief gesteente kwijtraken als je niet weet wat je doet, maar het onbewuste tooveren van kinderen, dwazen en zij die beschonken zijn is altijd perfect en gevaarloos. Pas als we er bij na gaan denken, gaat het verkeerd. Wat was dan de reden dat ik juist naar dit paleis verplaatst was? Ik kan er kort over zijn Log, het was seks, de tweekoppige vierpoot, de vlucht van de koningin en de darren die haar volgen, de bestuiving van de bloem, mijn moeders broodwinning, puntje bij paaltje, vervulling van het verboden verlangen en ga zo maar door.
Ik had mijzelf namelijk verplaats naar het paleis van de hertog van de Kluitstraat. Nu is een straat in het Urbiversum natuurlijk al het één na grootste wat er is; alleen een weg is groter, maar deze straat was ook voor een straat erg groot (in het Urbiversum zijn alleen tunnels. Stegen, straten en wegen zijn allemaal tunnels in het gesteente dat het Urbiversum voor drie kwart vult) Eigenlijk was het eerder een weg. Hij was er groot genoeg voor. De tunnel was honderdvijftig meter in doorsnede en hij was een kilometer of drie lang. Eigenlijk was het zelfs geen tunnel, maar een zaal, omdat de Kluitstraat met geen enkele andere straat of weg direct verbonden was, maar uitsluitend middels gangen en tunneltjes. Honderden tunneltjes en in elk van die tunneltjes was een grensovergang, daar de Kluitstraat zijn eigen soevereiniteit had als hertogdom. Bij elk van die grensovergangen was een douanegebouwtje en in elk van die gebouwtjes was een levensecht getekende schets met mijn gezicht er op, met daar onder de woorden: ‘Afmaken op eerste gezicht’. De hertog was na dik zeshonderd jaar nog altijd van mening dat hij een appeltje met mij te schillen had. Nu zou mij dat gewoonlijk weinig deren, ware het niet dat de Hertog behalve hertog ook nog een zeer begaafd tooverear was en over een behoorlijk grote en professionele tooverstaf beschikte (ik bedoel een groep tooverears; zijn stafleden, niet zo’n staf waar je mee toovert). Ongemerkt en onzichtbaar de grens overglippen zou niet mogelijk zijn en verplaatsen, zoals ik was binnen gekomen, zou ook lastig worden. Alle overgangen werden ongetwijfeld met bezweringen verspert, dus ik zou door tientallen meters rots moeten springen. Nu zou je kunnen denken: ‘maar zo ben je toch ook binnen gekomen?’ en dat is waar, maar toen was ik dronken en dacht ik er niet bij na.
Afijn, dat was van later zorg, ik moest eerst maar eens maken dat ik wegkwam van het paleis waar de Hertog woonde met zijn beeldschone vrouw, de wijsgeer Batse met haar vlammende ogen. Zij was al veel ouder dan de Hertog, hoewel ze er een stuk jonger uitzag, en kon ze iets wat de Hertog niet kon en ik ook niet. Ze kon over grote afstanden communiceren. De eerste keer dat ik haar ontmoette, had ze zich al een paar dagen en kilometers van het paleis aan me vertoond. Dat wil zeggen, vanuit het niets en zonder dat ik er zelf bewust aan dacht, zag ik een beeldschone, naakte dame in gedachte voor me, die me glimlachend aankeek en zich voorstelde. Toen ik me een paar dagen later ging voorstellen aan de Hertog en haar in het echt ontmoette, was ik al geruime tijd met haar in gesprek en wist ik ook al was ze van me wilde. Het was niet netjes en niet mijn stijl, maar ze was in het echt nog aantrekkelijker dan in mijn hoofd en ik viel als een blok voor haar. Ze was atletisch, goed asymmetrisch en had een grijze huid die zilverig glansde en ogen die van binnenuit licht gaven. We bedreven de liefde in zowat elke kamer van het uitgestrekte paleis en ik maakte al plannen om er met haar vandoor te gaan, maar helaas, ze verried me. Op een avond aan de maaltijd met haar echtgenoot zei ze plots: “Nou Vondeling, de afgelopen weken waren geweldig en je bent een fantastische minnaar, maar ik denk dat het tijd wordt om afscheid van elkaar te nemen.”
Even was het stil, tot de Hertog, die wit verschoten was toen ze dat zei plots donkerrood kleurde en op sprong.
“Jij vuile mestkever!” schreeuwde hij. “Is dat hoe je mijn gastvrijheid terugbetaald?”
Terwijl hij schreeuwde wierp hij reeds de eerst grote, scherpe vleug pure magy vermengd met woede naar mijn hoofd en ik had de grootste moeite om heelhuids zijn paleis en zijn hertogdom uit te komen. Terwijl ik vluchtte en daarna voor de zekerheid nog een paar straten en wegen verder weg reisde, hoorde ik haar stem in hoofd plagerig vragen waarom ik er zo vlug vandoor ging en ik? Ik domme sukkel was meer bezorgd om haar, dan om mijzelf.
“Hij gaat je toch geen kwaad doen?” vroeg ik.
“Welnee Vondelkindje,” zei ze. “Ten eerste houdt hij daarvoor te veel van me en ten tweede ben ik voor hem te machtig. Kijk maar.”
Ik vroeg me heel even af waar ik naar moest kijken, maar toen gaf mijn eigen hand me plots een klap in het gezicht en vormde mijn stem hardop de woorden: ‘Dankjewel Batse’. Ik sloeg verschrikt mijn handen voor mijn mond en nam me voor nooit meer terug te gaan naar Hertogdom Kluitoord, maar hier ben ik. Ik ben al meer dan een dag op zoek naar een manier om zonder op te vallen het Hertogdom te verlaten, maar vooralsnog heb ik geen succes geboekt. Ik ga je weer even laten voor nu, Log. Zodra ik iets te melden heb, hoor je van me.
Overigens, kijk hier eens: https://www.boekscout.nl/shop2/boek/9789465092102
Reactie plaatsen
Reacties