Op mijn vele reizen heb ik het hele Urbiversum doorkruist en heb ik dingen gezien die elk voorstellingsvermogen te boven gaan.
Sommige landen zijn rustig en idyllisch, anderen chaotisch en opgefokt. Ooit liep ik door een koninkrijk van twee kleine straten waar de bevolking bestond uit enkel kleine mensen met een donkerrode huid, blond haar en een bochel. Ze waren behoorlijk (blond) behaard van lichaam en liepen naakt rond, op een soort knie- en elleboog warmers na. Gelukkig was ik gewaarschuwd en kwam ik met bedekte knieën en ellebogen, want naar het schijnt wordt je daar gelyncht als je die vertoont. Buiten dat waren ze ongekend vriendelijk en gastvrij. Het enige vervelende was het continue geflirt van de mannen, die alleen geslachtsverkeer met de vrouwen hadden voor de voortplanting, maar elkaar dag en nacht in het openbaar bestegen. De vrouwen deden het ook uitsluitend met elkaar, maar die deden dat alleen binnenshuis, waarbij een restaurant, een bioscoop of een kerkdienst ook als binnenshuis gezien werd. Op de zeldzame momenten dat een man en een vrouw het met elkaar moesten doen om een kind te verwekken, waren daarvoor speciale hokjes met hele dunne wandjes en een strategisch geplaatst gat, zodat de man buiten kon blijven en de vrouw binnen. Toen de mannen begrepen dat ik het liever met dames deed en niet buitenshuis, noemden ze me dan ook een mietje.
Ook was ik eens vlak bij de zwarte pool. De zwarte pool is massief gesteente, maar er om heen liggen tunnels die onder water staan. Als Tooverear zijnde is het voor mij niet moeilijk om onder water te ademen en daarbij droog te blijven, dus heb ik die tunnels doorkruist. De amphiben die daar wonen zijn grijs groenig en blind. Ze hebben echter andere zintuigen om trillingen in het water mee waar te nemen. Ik was daar geen moment onopgemerkt. Ze kunnen zo lang onder water blijven, dat men soms denkt dat ze water kunnen ademen, maar dat klopt niet. Hoewel een dutje van een paar uur niets voor ze is, moeten ze toch zo nu en dan naar speciaal daar voor aangelegde buizen toe om lucht te happen. Dat verbaasde me nog het meest aan hen. Omdat niemand ooit daar beneden onder water komt, omdat ze dat niet kunnen, en de amphiben zelden boven zijn, weet men niet veel van hen. Hun uiterlijk heeft veel mensen doen aannemen dat ze erg primitief zijn, zoals veel culturen dicht bij de zwarte pool, maar ze hebben daar beneden zowat alles wat we boven ook hebben. Huizen met voordeuren, bedrijven die spullen maken, scholen en een soort schouwburg voor hoorspelen. Men gebruikt geld en er zijn zelfs magyrs. Vrij veel zelfs, want bij gebrek aan elektriciteit, wordt er meer getooverd.
Ooit ben ik op een plek geweest juist zonder magyrs, waar bijna alles elektrisch was, zelfs de deuren en de trappen. Alles bewoog uit zich zelf. Op de straten waren overal rolpaden waar je op en af kon stappen. Iedereen had diverse apparaten op zijn lichaam, voor allerhande redenen. Ik zag een man van een zeer klein ras die een soort stelten aan zijn benen droeg, die hem omhoog en omlaag lieten gaan naar gelang nodig was voor het werk dat hij deed. Hij ging met een schroevendraaiertje kleine kastjes af die ogenschijnlijk lukraak aan de huizen hingen, schroefde ze open en controleerde daar dan iets. Vervolgens typte hij zijn conclusie in op een klein apparaatje dat aan een beugel schuin voor zijn ene schouder hing. Toen ik hem vroeg wat hij controleerde, zei hij: “Ik heb geen idee. Ik moet het getal dat het groene metertje aangeeft opschrijven in dit machientje en als het machientje aangeeft dat het getal te hoog is, moet ik op het dat paarse knopje drukken.”
Wat ik maar wil zeggen, beste Log, is dat ik veel vreemds heb gezien en dat dingen mij niet snel verbazen, maar gisteren maakte ik iets mee wat ik nog nooit had meegemaakt; ik voelde me dom. Ik was in het Rijk van de Velen, wat een verwarrende naam is, want het is klein en voor het Urbiversum ongewoon leeg. De Velen is de naam die men zichzelf hier geeft. Ik ben daar nog steeds trouwens en heb ontdekt dat letterlijk iedereen hier tooverear is. Ik logeer bij de grote Veel. Zij is zo’n beetje de baas hier en de hoofd-tooverear. Wat men hier doet lijkt een beetje op wat ik per ongeluk met de kever deed toen ik boerenknecht was. Men neemt wat van hun eigen levensenergie en beweegt die naar buiten het lichaam, waardoor een holte ontstaat in hun binnenste. Een andere tooverear, die hetzelfde doet, stuurt dan zijn levensenergie naar die holte toe en neemt de energie die nu geen plaats meer heeft in zichzelf op. Deze handeling herhaalt zich dan weer met een andere tooverear en met een andere, net zo lang tot iedere tooverear een mengel in zich heeft van de levensenergie van ieder andere tooverear. Dit doet men hier al generaties lang, mannen, vrouwen, kinderen, iedereen. Het gevolg is dat iedereen een mengsel is van iedereen, qua karakter en herinneringen, en qua intelligentie en vaardigheden. De grote Veel is dan ook alleen maar de grote Veel bij toeval. Iedereen zou het kunnen en ook op dezelfde manier doen. Het is alsof iedereen dezelfde geest heeft en met elkaar in verbinding staat. Als iemand aan het ene kant van het kleine rijk iets doet of ziet, is die herinnering binnen een paar dagen bij ieder ander terechtgekomen. Nu kan niet iedereen alle herinneringen van iedereen onthouden, dus veel kleine of praktische zaken worden weer vergeten, maar de belangrijkste inzichten van alle mensen blijven zo bewaard voor iedereen. Ik vroeg de grote Veel wat de belangrijkste inzichten waren die ze zo vergaard hadden. Ze zei: “Niets is echt en alles is waar. Nooit is vaak genoeg en de dood is verzonnen; alleen het leven bestaat.”
Ze keek me aan met een gelukzalige blik en zweeg. Ze verwachtte duidelijk dat ik er iets over zou zeggen. Ik verborg mijn onbegrip en negeerde de steek in mijn ego. Ik antwoordde: “Jaah ja, zoiets dacht ik al.”
Overigens, kijk hier eens: https://www.boekscout.nl/shop2/boek/9789465092102
Reactie plaatsen
Reacties